Vanuit de Alliantie hebben we iedere week de nodige gesprekken met bestuurders, schoolleiders, HR-medewerkers en docenten. In die gesprekken valt iets opmerkelijks op: de wereld van het onderwijs is na corona niet meer hetzelfde. Er is meer onrust in het schoolgebouw, leerlingen zijn veranderd en daarmee veranderen ook de werkomstandigheden van docenten. Wat voor corona prima voldeed, werkt niet altijd meer. Leerlingen houden het niet meer vol om lang naar een ‘talking head’ te luisteren, of die nu fysiek voor de klas staat of digitaal via een scherm tot ze spreekt. Leerlingen hebben in coronatijd geleerd om zelf op zoek te gaan naar lesmateriaal. Bijvoorbeeld naar video’s van docenten die hun best doen om digitaal leren leuk te maken. Ze hebben school gemist, maar niet het urenlang in een klas luisteren naar een docent. Wat ze wel misten, was het een-op-een contact met een docent om uitleg te vragen over een onderwerp dat ze niet in de vingers krijgen. En ze misten ook het samenwerken in groepjes met hun medescholieren of -studenten.

Is corona een kantelpunt?

We weten al langer dat kennisoverdracht goed ondersteund kan worden met digitale tools. Dan kan iedereen zelf bepalen of hij een bepaalde video, module of toets nog een tweede of derde keer wil kijken of maken. Bovendien kan digitalisering leren veel leuker maken. Denk aan lesvormen als serious gaming of technologieën als virtual reality. Hoewel we dit al langer weten, is de toepassing ervan vaak nog ver weg. Dat is niet alleen een gemiste kans. Door de alsmaar sneller gaande veranderingen in onze samenleving en de grote invloed van digitalisering, is professionalisering op het terrein van digitale geletterdheid in het onderwijs inmiddels noodzaak. Onze inschatting is dat corona wel eens een kantelpunt zou kunnen zijn in de overgang van traditioneel klassikaal leren naar blended learning, waarin klassikaal onderwijs en gebruik van andere leervormen worden gemixt.

Vier voorwaarden voor succes van blended learning

Naar de effecten van blended learning is al jaren terug onderzoek gedaan door Alfons ten Brummelhuis, in de rol van strategisch adviseur van Kennisnet. Hij laat zien dat de invoering van blended learning geen eenvoudige opgave is. Sterker, daar waar het werd geïmplementeerd, was het vaker een mislukking dan een succes. Tegelijkertijd betekent het een belangrijke vooruitgang als het wel lukt. Ten Brummelhuis noemt daarbij een aantal belangrijke voorwaarden waaraan de invoering van blended learning moet voldoen.

  1. Ontwikkel een visie op blended learning. Die visie hangt uiteraard nauw samen met je doelgroep. Het maakt nogal verschil of je lesgeeft aan basisschoolkinderen, middelbare scholieren of studenten. Bedenk voor welke onderdelen van je programma je digitale lesvormen gebruikt. Weet ook welke leerdoelen je niet digitaal kunt bereiken. En zorg ervoor dat leerlingen nooit langer dan anderhalf uur achter een scherm zitten; hoe jonger hoe korter.
  2. Professionaliseer je docenten. Zorg ervoor dat zij de kennis hebben om zelf hun digitale lessen te ontwikkelen. Lessen waarmee ze makkelijk kunnen inspelen op de actualiteit en op interesses van hun leerlingen. In eerste instantie zullen je docenten denken: mijn werkdruk ligt al zo hoog, moet ik nu ook al mijn lessen zelf gaan ontwikkelen? Maar als je hen goed ondersteunt, zullen zij snel de voordelen ervaren en het leuk gaan vinden. Op termijn verlaagt het hun werkdruk doordat de effectiviteit van hun lessen stijgt en ze tijd overhouden.
  3. Zorg voor professionele tooling waarmee docenten die lessen zelf kunnen maken. Daarvoor bestaan inmiddels prachtige en eenvoudige te gebruiken platforms zoals Canvas, Blackboard, of het speciaal voor onderwijs ontwikkelde Eurekos. Hiermee kunnen docenten in een handomdraai bijvoorbeeld een item uit het journaal hergebruiken en er digitaal vragen in invoegen, dan stimuleer je hen om hun creativiteit en professionaliteit aan te wenden en ten volle te benutten.
  4. Zorg voor een goede technische infrastructuur. Als het wifinetwerk niet breedbandig genoeg is om in alle klaslokalen tegelijkertijd digitale lessen te volgen en docenten met elkaar moeten overleggen wie wanneer digitaal les mag geven, dan wordt het uiteraard geen succes.