Het onderwijs zal de komende jaren ingrijpend gaan veranderen. Dat is onoverkomelijk, gezien de problemen waarvoor we staan. Nu in Amsterdam het tekort niet meer oplosbaar is, hoor je het geluid sterker worden dat we intensiever gebruik moeten maken van technologie. Maar ook de ontwikkeling dat docenten na de lockdown merken dat wat ze voorheen deden, vaak niet meer werkt, dwingt tot innovatie en verandering.

De rol van technologie

Hoe groot de nood ook is, toepassing van technologie is in het onderwijs nooit onomstreden. En terecht, want technologie mag nooit meer dan ondersteunend zijn. Maar, indien goed gebruikt, dan kan het veel toevoegen en van grote waarde zijn. Daarom is het belangrijk om goed te overwegen waarvoor technologie wordt ingezet, want voor slechts een beperkt aantal onderwijsdoelen is het effectief. Deze gaan vooral over de lagere niveaus van leren, die Bloom onderscheidt. Dat wil zeggen: voornamelijk voor kennisverwerving en niet of veel minder voor leerdoelen als samenwerken of reflecteren. Dat betekent dat het gebruik van technologie beperkt zal blijven en dat je daarmee geen leraren kunt vervangen.

Docent heeft nieuwe vaardigheden nodig

De veranderingen zullen veel vragen van de docent. Tegelijkertijd zal dit het vak ook aantrekkelijker maken voor jonge mensen. Het gebruik van effectieve technologie zal de docent in staat stellen weer eigen materiaal te maken, iets wat in ons omliggende landen niet meer dan normaal is. De afhankelijkheid van bestaande methodes neemt af, veel meer maatwerk is mogelijk. En wie zich als docent onderscheidt in het maken van inspirerend materiaal kan zomaar bekendheid verwerven, zo hebben we al vaker gezien. Het bieden van meer maatwerk aan leerlingen vraagt om docenten die zelf onderwijsmateriaal ontwikkelen, maar brengt ook met zich mee dat de rol van docent meer coachend en minder kennisoverdragend zal zijn.

Word aantrekkelijker voor docenten

Om deze veranderingen vorm te geven, kunnen scholen proberen om aantrekkelijker te worden voor die docenten die snappen dat hun rol veel breder is dan die van kennisoverdrager. Dat kan door docenten weer zelf aan het roer zetten en niet teveel vast te leggen in regels en schoolplannen. Want al die regels maken dat docenten zich een speelbal voelen. Ze dobberen rond in een wilde oceaan, worden overspoeld met nieuwe lesmethoden, en kunnen zelf geen koers meer bepalen. Het kan ook door docenten veel vaker in een team te laten functioneren, waardoor ze niet meer het gevoel hebben er alleen voor te staan.

Andere profielen aantrekken

Daarnaast zien we dat scholen nieuwe profielen aantrekken. Mensen met bijvoorbeeld een achtergrond in het jeugdwerk of welzijnswerk. Of zij-instromers die jarenlang in het weekend sporttraining of muziekles hebben gegeven. Zij zijn immers al gewend om te kijken naar wat een kind nodig heeft om beter te functioneren. Ongeacht of het nu gaat om functioneren in de maatschappij of in een voetbalteam. Hulpverleners zijn bijvoorbeeld gewend om te kijken wat een kind nodig heeft om beter in zijn vel te zitten, zodat het beter functioneert in het gezin en/of de vriendenclub. Sportchoaches hebben geleerd om te kijken of iemand tijdens een wedstrijd een opdracht kan uitvoeren die vooraf samen met de coach is geformuleerd. Dit zijn vaardigheden die uitstekend van pas komen in het onderwijs.

Veranderen is maatwerk

Als Alliantie voor Werkend Onderwijs gaan wij graag met scholen in gesprek om te kijken waar voor hen kansen liggen. Dit is maatwerk, want iedere school is anders, ieder docentenkorps heeft andere verwachtingen en overal liggen de uitdagingen op een ander terrein. Toch is er ook veel overlap. Vanuit de generieke uitdagingen waar iedere school mee worstelt, kunnen wij een programma op maat samenstellen dat tegemoetkomt aan de specifieke situatie van jouw school. Wil je meer weten? We gaan graag met je in gesprek.

Volg ons op LinkedIn.